Wervelkolom

Hoe ziet nu een rug eruit? De rug is opgebouwd uit een 7 nekwervels, 12 borstwervels, 5 lendewervels, 5 heiligbeenwervels en een staart.

Al deze wervels zijn volgens een zelfde basispatroon opgebouwd (zie figuur).
Er is een wervellichaam waaraan een wervelboog vastzit. Aan deze boog zijn uitsteeksels bevestigd met daaraan gewrichtjes.

De wervellichamen zijn op elkaar gestapeld. Tussen twee wervels zit de tussenwervelschijf of discus. De wervelbogen vormen met elkaar een buis waarin het ruggemerg verloopt. Tussen elke twee wervels komt ter weerszijden een zenuw uit het ruggemerg te voorschijn. Deze zenuwen gaan dan naar de armen of de benen en zorgen voor de beweging en het gevoel.

Een van de belangrijkste structuren in de rug is wel de tussenwervelschijf. Centraal hierin zit een kern (nucleus) welke bestaat uit een gelatineuze massa. Deze kern wordt omgeven door een sterke bindweefsel ring, die aan de beide wervels zit vast gegroeid.. De gelatineuze kern probeert continu water op te zuigen en zal daarmee dus opzwellen. Dit opzwellen wordt echter tegengewerkt door de bindweefselring en boven en onder de aangrenzende wervel. Hiermee ontstaat een schokbrekerwerking. (vergelijk een opgeblazen ballon in een doosje waarop je probeert te duwen).

Naarmate we ouder worden vermindert het vermogen van de tussenwervelschijf om water op te nemen. Ook wordt het bindweefsel langzaam minder elastisch. Dit proces noemen we degeneratie en treedt dus bij eenieder op. Als gevolg hiervan wordt de discus smaller, en neemt de schokbreker functie af.